Dag 2 aan de academie.

We begonnen de les met een interessante discussie over het jaarthema: ‘selfie’
Een selfie of een zelfportret is iets heel persoonlijks.
Maar wanneer is iets helemaal van jou en geen kopie van iets anders?
Hoe kan je een eigen stijl ontwikkelen?
Is een werk wat je voor jezelf maakt daarom ook altijd een ‘goed’ werk?
Wat is het verschil tussen vakmanschap en kunst?
Hoe worden we beïnvloed door trends en moeten we daaraan meedoen?

Heel boeiend allemaal om rond zulke vragen te discussiëren.

Ik neem alvast enkele zaken mee in mijn rugzakje.

Het geheel is meer dan de som van de delen.
Zoek inspiratie bij andere werken, inspireer je op verschillende werken, op de dingen die je raken.
Inspiratie vinden bij anderen, niet kopiëren van anderen.
Blijf bij jezelf, dan ontwikkel je als vanzelf een eigen stijl.
Maak een werk altijd voor jezelf!
Verhef het vakmanschap een trapje hoger door er gevoel, een betekenis in te leggen.
Trends zijn vluchtig.
LAAT HET GEBEUREN!
“Ik zoek niet, ik vind!”
Denk niet té hard na.

Na deze boeiende discussie ging iedereen aan de slag. De eerstejaars (waaronder ik dus) kregen een blok klei.
We mochten vandaag aan de slag met ‘grove klei’.
Klei met een hoog (40%) percentage chamotte (reeds gebakken keramiek die nadien vermalen is tot een bepaalde korrelgrootte) erin van 2mm.
Deze klei voelde heel anders dan de klei die ik gewoon was van bij mijn eerste lesjes.

We mochten aan de slag met duimpotjes. Heel interessant om dan te zien hoe er uit al die hompjes klei heel verschillende potjes ontstaan.

Zelf maakte ik 3 potjes.

Eentje waarvan ik de randen indeukte om een andere vorm te bekomen.

Een volgend potje heb ik heel klein gehouden. Een heel ‘cosy’ vormpje met een fragiele rand. Hoe dun kan ik gaan…

Bij het volgende potje ging ik nog iets dunner. Niet eenvoudig.

Tussendoor kregen we ook constant heel veel tips en informatie. Rond materialen, rond grondstoffen, maar ook rond vormgeving, vorm, spanning, symmetrie en asymmetrie, voelen, gelijke wanddikte, je rand, past alles bij elkaar, wat vraagt elke vorm, wat met functionaliteit, welke toegevingen doe je om iets functioneel te houden, …

Met andere woorden, een heel fijne en leerrijke tweede les.